Is het nog wel leuk? Of zijn het moetjes? Over korte lontjes, volle emmers en de kunst van het lummelen.
- silvia welp
- 5 jun
- 4 minuten om te lezen

Ken je dat? Je kind komt thuis na een drukke schooldag, gooit zijn tas in de hoek, trekt een gezicht als een oorwurm, en nog voordat jij “Hoe was je dag?” kunt zeggen, is de eerste uitbarsting van die middag een feit (we tellen de ochtend niet meer mee).
De lontjes zijn kort. Héél kort. Je hoeft maar te kijken naar de verkeerde sokken en het is raak.
En eerlijk is eerlijk: dat is ook niet zo gek. Want die laatste weken voor de zomervakantie? Die zijn gewoon… Veel!
De eindspurt
We zitten in de slotfase van het schooljaar, en dat betekent:
Toetsen (“nog even meten wat ze weten”)
Schoolreisjes (“leuk!”… maar realiseer je; ook 9 uur lang schreeuwende kinderen in een bus vol chipslucht)
De avondvierdaagse (traditie! … of is het gewoon een collectieve vorm van zelfkastijding?)
Kinderfeestjes, sporttoernooien, kampvoorbereidingen, enzovoorts enzovoorts…
Voor kinderen die hoogsensitief én strongwilled zijn, is dit een soort mentale stormloop. Hun systeem vangt prikkels alsof het een spons is, ze duiken overal vol enthousiasme in, kunnen genieten als geen ander. Want: “Het is leuk!” Maar ook: te weinig tijd blijft over om weer tot rust te komen, te verwerken. Dan wordt alles toch een stuk minder leuk en neem de zin in hoog tempo af. “Ik kan niet meer!”
Volle emmers en lege batterijen
Deze kinderen hebben, zoals jij als ouder inmiddels weet, een gevoelig zenuwstelsel én een eigen wil waar een gemiddelde vakbond nog jaloers op zou zijn.
Dat betekent dus:
Ze willen wél naar het feestje! (zo enthousiast)
Ze kunnen het eigenlijk niet meer aan (want emmer vol en overprikkeling).
Ze zeggen dat jij ze niet begrijpt (want ze begrijpen het zelf ook nog niet).
Jij denkt: “Waarom is álles een strijd?”
En het kind denkt: “Waarom snapt niemand mij en is iedereen steeds boos?”
Je ziet de innerlijke strijd: ze willen het juist zo graag, maar hun systeem trekt het niet meer, dus de tranen zitten hoog en de boze buien volgen elkaar in rap tempo op. En dan zijn wij aan zet.
Moet het allemaal wel?
Dus hierbij een uitnodiging om deze weken eens proberen bewust te vertragen. Het helpt al enorm om jezelf en elkaar even wat kritische vragen te stellen:
Moet je kind per se alle vier avonden lopen? Of is twee ook genoeg? Of geen?
Moet het verjaardagsfeestje van het neefje waar hij toch niemand kent?
Kunnen we dit weekend gewoon even niks doen? Gewoon een pyjamadag, lummelen, vervelen?
Want weet je? Lummelen is goud. Tijdens het niksen verwerkt een kind prikkels, krijgt het ruimte in zijn hoofd en lijf, en kan het systeem tot rust komen. En dán ontstaat er vaak weer een blijer, leuker kind. En een leukere ouder trouwens ook.
Praktische tips (die ook haalbaar zijn als je nog boodschappen moet doen, de was moet draaien en een werkcall hebt)
Veeg je agenda leeg (of leger) – Echt, een lege zaterdag is heilig. Zie het als een mentale oplaaddag.
Maak keuzes bewust – “Wat vind je écht belangrijk deze week?” Laat je kind meedenken. Dat geeft regie en vermindert weerstand.
Wees de ‘uit-knop’ – Weeg bewust af. Is dit voor je kind een oplader of ontlader of juist een energievreter? Minimaliseer de energievreters. Maak het in huis 's avonds gezellig en rustiger, dim lichten, zet een rustgevend muziekje op. Maak het prikkelarm en knus.
pick your fight – Laat de lat een beetje zakken. Dan maar weer dat voetbalpakje aan wat zo lekker zit. Zoek samen met je kind de kleding klaar voor de volgende dag, inclusief de sokken die wel lekker zitten. Zie af en toe wat door de vingers. Dan maar even van tafel tijdens het eten of juist even ergens mee helpen, terwijl ze het natuurlijk ook prima zelf kunnen. Echt, het scheelt.
Vergeet niet het goede voorbeeld te geven – Laat ook jezelf af en toe lummelen. Of zeg iets af omdat het even niet past. Hiermee laat je ook zien dat het ok is om een grens aan te geven en voor jezelf te zorgen.
Doe aan verwachtingsmanagement – Plan wat ontspannen tijd in met je kind samen, tussen de bedrijven door. Maak helder wanneer je tijd voor hem/ haar hebt. Dus; zo laat ben ik klaar met werken, wat lijkt je dan leuk om samen even te doen? Dan heb ik zo lang de tijd voordat ik weer ga koken.
Niet met overvolle emmers naar de camping
Het doel is niet dat iedereen met samengeknepen billen de zomervakantie in glijdt, hopend dat het strand alles goedmaakt. Nee: laten we de laatste weken juist zo vormgeven dat iedereen met een halfvolle emmer en een glimlach in de auto stapt.
Niet perfect, niet alles meegedaan – maar wel in verbinding gebleven. Met jezelf. En met elkaar.
Herken je jezelf hierin? Of je kind? Weet dat je niet alleen bent. En dat je hier zóveel in kunt betekenen voor je kind door af en toe even op de rem te trappen. Laat me weten als ik met je mee mag denken – dat doe ik graag! www.voelwijzer.nl

Комментарии